Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Sauce

betekenis & definitie

saus (ook = regen); doezelkrijt; benzine; sauce blanche, botersaus; sauce brune (rousse), saus van bruin gebraden boter; sauce courte, dikke saus; sauce liée, gebonden saus; sauce longue, dunne Baus; faire sa sauce à qn., iemand een standje maken; bon à toutes sauces, overal voor te gebruiken; on ne sait à quelle sauce le mettre, men weet niet wat men met hem zal aanvangen; être dans la sauce, in de penarie zitten; il n'est sauce que d'appétit, honger is de beste saus; la sauce vaut mieux que le poisson, de bijzaken zijn beter dan de hoofdzaak.

< >