I. bloeden; saigner du nez, uit zijn neus bloeden, een neusbloeding hebben; fig. laf zijn, niet durven;
II. aderlaten; kelen, slachten; (bloed) aftappen; greppels trekken in, ’t water afleiden van, fig. laten bloeden; uitmergelen; aderlaten; saigner à blanc, alle bloed aftappen; alles afhalen;
III. se zich aderlaten of bloed aftappen; se saigner aux quatre veines, al het mogelijke doen.