I. 1. terugbrengen, overbrengen; transporteren [bij ’t boekhouden]; verplaatsen; uitstellen, verschuiven; à reporter, transporteren; 2. se reporter à un temps, (in gedachte) teruggaan tot een tijd, zich verplaatsen in een tijd; sa tendresse s’était reportée sur..., hij had zijn liefde overgedragen op.
II. verslaggever.