Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Race, racé

betekenis & definitie

I. race: ras; geslacht, stam; afkomst; cette méchante race, dat ondeugend volkje; race de vipères, addergebroed; ...de race, rasecht, raszuiver, ras-; avoir de la race, van goed ras zijn; il chasse de race, hij heeft een aardje naar zijn vaartje; zie ook: chien.

II. racé: rasecht.

< >