Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Preuve

betekenis & definitie

bewijs; bewijsmiddel; blijk; proef; preuve littérale, fi schriftelijk bewijs; preuve testimoniale, fi getuigenbewijs; faire preuve de, blijk (bewijs) geven van; faire la preuve, het bewijs leveren; faire la preuve de l'opération, de proef op de som nemen; faire ses preuves, van zijn kennis, zijn moed doen blijken, zijn sporen verdienen; à preuve que je..., reden waarom ik...; en preuve que, ten bewijze dat.

< >