Poudre

betekenis & definitie

poeder, poeier; stof; poudre dentifrice, tandpoeder; poudre effervescente, bruispoeder; poudre fulminante, knalpoeder; poudre (à canon), buskruit; poudre à lever, bakpoeder; poudre à poudrer, strooipoeder; poudre de lait, melkpoeder; poudre d'or, stofgoud; poudre de riz, poudre de riz, bedak; poudre sans fumée, rookzwak kruit; la conspiration des poudres, het Buskruitverraad; il n'a pas inventé la poudre, hij heeft het buskruit niet uitgevonden; jeter de la poudre aux yeux de qn., iem. zand in de ogen strooien; mettre de la poudre, zich poederen [v. vrouw]; tirer sa poudre aux moineaux, zijn kruit nutteloos verschieten; vergeefse moeite doen; en poudre, in poeier, (tot poeder) gemalen, fijn; poeder-; poudre tu es et en poudre tu retourneras, stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren; zie ook: escampette, perlimpinpin.