Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Peser

betekenis & definitie

I. wegen; afwegen; wikken en wegen, overwegen, overleggen, overdenken;

II. gewicht hebben, wegen, zwaar vallen; le temps me pèse, de tijd valt me lang; peser sur qc., drukken op iets; druk uitoefenen op; invloed hebben op; peser sur le cœur, bedroeven; cette viande pèse sur l'estomac, dit vlees ligt zwaar op de maag; peser sur un mot, de nadruk leggen op een woord; blijven stilstaan bij een woord.

< >