Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Pays

betekenis & definitie

land; gewest; streek; vaderland, geboorteplaats; stad-, landgenoot, landsman; pays perdu, land waar geen land meer achter is, verloren hoek; pays plat, laagland, vlak land le plat pays, het platte land; pays de cocagne, luilekkerland; battre le pays, het land aflopen; battre du pays, heel wat afreizen; heel wat afpraten; écrire au pays, naar huis schrijven; il est bien de son pays, hij is wel groen!; être en pays de connaissance, ergens thuis zijn, onder bekenden zijn.

< >