Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Pauvre

betekenis & definitie

I. arm, behoeftig, noodlijdend; ongelukkig; armelijk, armoedig, armzalig, schamel; erbarmelijk, slecht; un homme pauvre, een arm (behoeftig) man; le pauvre homme!, die arme (ongelukkige) man!; pauvre papa, vader zaliger; un pauvre peintre, een slecht schilder; un peintre pauvre, een arme schilder; pauvre de moi!, ik ongelukkige!

II. arme; les pauvres d'esprit, de armen van geest.

< >