ambacht, handwerk; vak, beroep; weefgetouw; métier à broder (à tapisserie), borduurraam; métier à tisser, weefgetouw; apprendre à qn. son métier, iemand eens een lesje geven; avoir du métier, veel techniek hebben; faire métier de tuer, altijd en eeuwig moorden; faire le métier de..., 't beroep uitoefenen van; faire un métier de, een ambacht maken van; faire son métier de roi, zijn plicht doen als koning; fait au métier, geweven; footballeur de métier, beroepsspeler; peintre de son métier, schilder van zijn vak: il est de tous métiers, hij is van alle markten thuis; être du métier, van ’t vak zijn; avoir ...sur le métier, ...op stapel hebben staan; à chacun son métier les vaches seront bien gardées, schoenmaker, blijf bij je leest; trente-six métiers, quarante malheurs, twaalf ambachten, dertien ongelukken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk