Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Merci

betekenis & definitie

genade; Dieu merci, Goddank, God zq gedankt; merci de moi!, merci de ma vie!, goeie genade!: crier merci, om genade smeken; être à la merci de, overgeleverd zijn aan de genade van, afhangen van de genade van; se rendre à merci, zich op genade of ongenade overgeven; sans merci, meedogenloos; merci dank, dankbetuiging; grand merci, dank u zeer; merci beaucoup (bien), dank u wel (zeer); merci non, dank u; merci oui, alstublieft; merci de..., dank voor....

< >