I. dun, fijn, klein; gering; menue monnaie, kleingeld; le menu peuple, de mindere man;
II. klein, fijn; écrire menu, zeer klein schrijven; hacher menu, fijnhakken; trotter menu, met kleine pasjes lopen;
III. spijskaart, menu; kleine stukjes; gruis(kolen); bijzonderheden; par le menu, in bijzonderheden, haarfijn.