Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Joindre

betekenis & definitie

I. bijeen-, samen-, toevoegen; aanéénsluiten, -spijkeren, -voegen; vouwen [de handen]; verenigen, verbinden, voegen (à bij); inhalen; grenzen aan; zich voegen (aansluiten) bij; joindre les deux bouts, rondkomen; joindre le courage à la prudence, moed aan beleid paren; joindre l’utile à l'agréable, het nuttige met het aangename verenigen:

II. passen, (aan elkaar) sluiten;

III. se joindre à qn. pour..., zich aansluiten bij iemand om....

< >