Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Hanter

betekenis & definitie

bezoeken; omgaan met; spoken in, rondwaren in; dis-moi qui tu hantes, ie te dirai qui tu es, waar men mee verkeert, wordt men mee geëerd; cette maison est hantée, het spookt daar in huis; maison hautée, spookhuis; cette idéé le hante, die gedachte laat hem niet los.

< >