huis; bedienden, personeel; familie, geslacht; handelshuis, firma; maison centrale, strafgevangenis; maison commune, raadhuis; maison garnie (meublée), huis met gemeubileerde appartementen; maison mère, moederhuis; hoofdzetel; maison religieuse, klooster; maison d’arrêt (de détention), huis v. bewaring, (straf)gevangenis; maison de banque, bankiershuis, bank(instelling); maison de campagne, landhuis, zomerhuis, buiten; maison de charité, armenhuis; maison de chasse, jachthuis; maison de correction, verbeterhuis, verbeteringsgesticht; werkhuis; maison de Dieu, Godshuis; c’est la maison du bon Dieu, ’t is daar de zoete inval; maison d'éducation, inrichting voor opvoeding en onderwijs, instituut; maison de force, spinhuis, tuchthuis, gevangenis; maison d'habitation, woonhuis; maison de maître, herenhuis; maison de rapport, huur opbrengend huis; maison de refuge, armenhuis, hofje; la maison du roi, het huis des konings, de koninklijke hofhouding; maison de santé, ziekenverpleging; zenuwinrichting; maison de ville, 1. stad-, raadhuis; 2. huis in de stad; faire maison neuve (nette), schoon schip maken; garder la maison, thuisblijven; tenir maison, een huishouden hebben; tenir la maison, het huishouden doen, huishouden; à la maison, thuis; vous êtes de la maison, u bent hier thuis; entrer en maison, gaan dienen [v. meisjes]; par-dessus les maisons, buitensporig, overdreven, alle perken te buiten gaand; les maisons empêchent de voir la ville, men ziet door de bomen het bos niet.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk