vezel: draad, garen; fig. loop [v. water], snede, scherp [v. lemmet]; fil conducteur, geleidraad; fig. draad; fil retors, twijn, tweern: fil à plomb, schietlood; fil de chaîne, kettingdraad; passer au fil de l'épée, over de kling jagen; fil de fer, ijzerdraad; fils de la Vierge, herfstdraden; gants de fil, garen handschoenen; toile de fil, vlaslinnen; finesse cousue de fil blanc, doorzichtige list; avoir le fil, scherp zijn; donner le fil à, aanzetten; il n'a pas inventé le fil à couper le beurre, hij heeft het buskruit niet uitgevonden; c'est lui qui tient les fils, hij trekt aan de touwtjes; ne tenir qu'à un aan een zijden draad hangen; de fil en aiguille, van stukje tot beetje, van ’t een op ’t ander; de droit fil, met de draad mee; aller de droit fil, rechtdoor gaan, recht op 't doel afgaan; par fil, per draad; sans fil, draadloos.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk