Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Expliquer

betekenis & definitie

I. verklaren, uitleggen, duiden, uiteenzetten, toelichten, ophelderen, duidelijk maken; mondeling vertalen;

II. s’expliquer, zich verklaren; zich verantwoorden; zich laten verklaren; je ne m'explique pas..., ik kan niet begrijpen...; s’expliquer avec qn., iem. zeggen waar ’t op staat, iem. opheldering geven (vragen).

< >