Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Égard

betekenis & definitie

oplettendheid; opzicht; ontzag, eerbied; voorkomend-, welwillendheid; beleefdheid, attentie; avoir égard à, letten op, rekening houden met; eu égard à, met het oog op, in aanmerking genomen; à cet égard, in dit opzicht, te dien opzichte, dienaangaande; à l’égard de, ten opzichte (aanzien) van, jegens; omtrent; à mon égard, wat mij betreft; à tous (les) égard, in alle opzichten, in ieder opzicht; par égard à (pour), uit consideratie voor.

< >