Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Convenance

betekenis & definitie

gepast-, geschiktheid, gading, zin, overeenstemming; betamelijk-, behoorlijk-, (ge)voeglijk-, voegzaamheid; les convenances, ook: het fatsoen; ce jour-là est à sa convenance, die dag schikt hem; trouver qc.

à sa convenance, iets van zijn gading vinden; pour des raisons de convenance, omdat het beter schikt.

< >