geluid, leven, lawaai, geweld, geraas, getier, geschreeuw, gegons, ge(d)ruis; geklater, geritsel, gelui, geschal, gebulder, gestommel, gekletter, geknetter, gerammel, gerommel, geratel, geroffel, gewoel; herrie, opschudding, oploop; drukte, bombarie; gerucht, tijding; mare; bruit de fond, bijgeluid [v. gramofoon]; faire du bruit, leven maken; opzien baren; il n'est bruit que de cela, men spreekt over niets anders; beaucoup de bruit et peu de besogne, veel geschreeuw en weinig wol; voilà bien du bruit pour une omelette, wat een drukte om niets; à grand bruit, met veel lawaai, met veel ophef, met veel misbaar; à petit bruit, in alle stilte, zonder ophef; sans bruit, geruisloos, in ’t geheim.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk