Tijdstraf die door de racestewards wordt uitgedeeld aan rijders die een overtreding begaan. Dat kan het negeren van vlagsignalen zijn, maar ook het in de weg rijden van snellere coureurs.
Er zijn twee soorten tijdstraffen. Voor de lichte vergrijpen kan een coureur een straf van vijf seconden krijgen. Dit gebeurt meestal als de wedstrijdleiding vermoedt dat er geen opzet in het spel is, zoals een achterblijver die niet op tijd aan de kant gaat als hij op een ronde achterstand wordt gezet, of een inhaalactie waarbij de auto’s elkaar raken, zonder dat dit een uitvalbeurt tot gevolg heeft. Voor zwaardere overtredingen kan een tijdstraf van tien seconden worden uitgedeeld. Ook hier wordt per geval gekeken of de straf in verhouding staat tot de overtreding, maar meestal gaat het bij een tijdstraf van tien seconden om een aanrij ding waarbij een duidelijke schuldige is aan te wijzen.
De tijdstraf moet worden geïncasseerd tijdens de eerstvolgende pitstop, waarbij de coureur nadat er aan zijn auto is gewerkt, nog vijf of tien seconden moet blijven stilstaan. Het is de verantwoordelijkheid van het team dat dit gebeurt. Als de bestrafte coureur geen pitstop meer maakt, wordt de straftijd bij zijn eindtijd opgeteld en zal de wedstrijdleiding na de finish even moeten rekenen wat de werkelijke uitslag is.