Zakelijk model waarbij teams of coureurs geld ontvangen van een sponsor, die in ruil daarvoor naamsbekendheid krijgt.
Hoewel Formule 1-auto’s al veel eerder beplakt werden met stickers van bandenfabrikanten, bougieproducenten of andere producten die rechtstreeks op de auto waren terug te vinden, was Lotus 48 in 1968 het eerste team dat sponsoring omarmde. Daarmee brak Lotus met een traditie dat auto’s een nationale kleur droegen. Britse auto’s waren groen, Franse waren blauw, Italiaanse rood. De Lotus 49 van dat jaar was uitgevoerd in de rood met gouden kleuren van sigarettenfabrikant Gold Leaf. Vanaf dat moment ging het snel: alle teams hadden sponsoren, de uitgaven gingen omhoog en daarmee ook de kosten. Tegenwoordig betaalt Philip Morris als hoofdsponsor van Ferrari circa 100 miljoen per jaar.
Daarmee is de tabaksfabrikant een van de grootste Formule 1 -sponsoren. Dat is al zo sinds de jaren tachtig, toen Philip Morris-merk Marlboro op de McLarens prijkte. Een andere sigarettenfabrikant, John Player Special, werd in de jaren zeventig zelfs zo onlosmakelijk verbonden met de Formule 1 dat veel mensen niet eens wisten dat het om een Lotus ging.