Spottende bijnaam voor coureurs die hun plekje in de Formule 1 vooral danken aan het sponsorgeld dat zij hun team betalen.
Formule 1-racen is duur en dat geld moet ergens vandaan komen. De kleinere teams, die minder sponsoren hebben, willen daarom nog weleens zwichten voor coureurs met een minder indrukwekkend cv, maar met een aantrekkelijke zak vol sponsorgeld. Deze betalende rijders worden paydrivers genoemd. Deze naam is echter misleidend, omdat ook de succesvolle Formule 1-coureurs vaak een grote sponsor achter zich hebben staan en zo hun team aan inkomsten helpen. Wereldkampioenen als Vettel, Hamilton en Alonso zijn voor hun plek in de Formule 1 echter niet afhankelijk van dat sponsorgeld.
In vroeger jaren werden Formule 1-zitjes aan het eind van het seizoen nog weleens verkocht aan de hoogste bieder. Dat waren soms coureurs die op basis van hun talent niets in de Formule 1 te zoeken hadden, maar hun korte moment van glorie koesterden in de paar races dat ze mochten meedoen. Het fenomeen bewijst dat de Formule 1 voor veel bedrijven een magische aantrekkingskracht heeft, zelfs als hun naam prijkt op een auto die helemaal achteraan rijdt. Nog langer geleden kochten rijke amateur-coureurs zich gewoon met hun eigen geld in bij een team. De aangescherpte eisen voor het behalen van een superlicentie heeft hieraan een einde gemaakt.