Het geheel van onderdelen dat de koeling van de motor en aanverwante delen verzorgt.
Sinds de introductie van de turbo-hybridemotoren in 2014 is de koeling van een Formule 1-auto een stuk complexer geworden. Enerzijds is de temperatuur van de huidige 1,6 liter V6- motor zélf een stuk lager dan de atmosferische V8-motoren die voor 2014 gebruikt werden. Die konden wel 1100 graden Celsius worden, waar de kleinere motoren van nu ongeveer zeshonderd graden bereiken. Daar staat tegenover dat de toevoeging van een turbo en twee verschillende hybridesystemen, plus alle elektronica die daarbij komt kijken, enorm veel extra koeling behoeft. Zo bereikt de turbine van een turbo een temperatuur van ongeveer 1000 graden Celsius, terwijl de daarnaast gelegen compressor juist zo koel mogelijke lucht in de motor moet jagen. Net als in normale auto’s hebben Formule 1-auto’s daarom radiatoren.
Die zijn gevuld met een mengsel van water en ethyleenglycol. Dat bestanddeel heeft een hoger kookpunt dan water. Door het mengsel onder een druk van 2 tot 3 bar te zetten wordt het kookpunt nog verder verhoogd. De olie in het smeersysteem heeft een eigen oliekoeler, terwijl veel van de andere onderdelen gebruikmaken van luchtkoeling. Daarvoor hebben de teams voor elk circuit een eigen koelconfiguratie, met sleuven en gaten die naar behoefte open- en dichtgemaakt kunnen worden.