Het geheel van onderkleding, overall, balaclava en (hand)schoenen dat voor elke coureur verplicht is.
Tot aan 1963 mochten Formule 1 -coureurs tijdens het racen dragen wat ze wilden, zolang ze maar een helm op hun hoofd hadden. In dat jaar stelde de FIA de overall verplicht. Die waren aanvankelijk van katoen en later van nomex, een materiaal dat de NASA gebruikte voor de pakken van hun astronauten. Vanaf dat moment werd er volop geëxperimenteerd met brandveilige materialen. Een tijdlang werden raceoveralls bewerkt met aluminium, wat enige bescherming bood tegen vuur maar op langere termijn ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebracht. De pakken die de coureurs rond 1980 droegen waren voorzien van wel zeven tot acht lagen van dit brandwerende nomex, zodat ze eruitzagen alsof ze gehuld waren in een winterdekbed.
Later werden de technieken beter. Anno nu zijn Formule 1-overalls nog steeds gemaakt van nomex, dat veel dunner is en bovendien ademt. Ook de onderkleding van de coureurs is van dit materiaal, inclusief hun sokken. Onder de helm wordt een balaclava gedragen, een muts die alleen de ogen vrijlaat. De helm is voorzien van een zuurstoftoevoer, de kleding moet de coureur gedurende een halve minuut beschermen tegen een temperatuur van minstens 800 graden. Uiteraard zijn ook de schoenen en handschoenen van brandwerend materiaal gemaakt.
Bovendien zijn de handschoenen van Formule 1 -coureurs voorzien van een biometrische sensor die voortdurend de hartslag en zuurstofwaarden van de coureur registreert. Zo weten veiligheidsdiensten in geval van een ongeluk al voor ze op de plek des onheils zijn aangekomen, wat ze kunnen verwachten.
