Accupakket waar de elektriciteit die afkomstig is van de hybridesystemen wordt opgeslagen, om daarmee de elektromotor aan te drijven.
In de Formule 1 spreekt men van batterij als het gaat om de energieopslag van de hybridemotor, en van accu als het gaat om het 12 volt-circuitje dat het dashboard, de knopjes op het stuur en het achterlicht van stroom voorziet. De batterij is in feite een serie van meerdere lithium ion-batterijen die als één pakket in de auto zitten verpakt. Dat pakket weegt tussen de 20 en 25 kilo en is gemonteerd onder de brandstoftank. De batterij mag maximaal 4 megajoule aan energie opslaan en kan deze volledige capaciteit als extra motorvermogen gedurende een ronde vrijgeven op momenten die door de engineers in de Electronic Control Unit (ECU) worden geprogrammeerd. De FIA schrijft een maximaal piekvoltage voor van 1000 volt. Vanwege de hoogspanning is de batterij in een soort Faraday-kooi verpakt, maar desondanks heeft elke Formule 1-auto een waarschuwingslampje waaraan monteurs en baancommissarissen kunnen zien of de auto onder spanning staat.
Vandaar dat coureurs na een uitvalbeurt langs de baan meestal veiligheidshalve uit de auto springen in plaats van eruit te stappen. Zo kunnen ze eventuele hoogspanning niet via hun lichaam naar de grond geleiden, met alle risico’s van dien.