Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Zwakte

betekenis & definitie

‘Zwakkelingen vormen de voorhoede der booswichten.’1 ‘Iedere wreedheid komt immers voort uit zwakheid.’2 Denk aan de beschrijving van de Gestapojongen die Etty Hillesum afsnauwt en haar probeert te intimideren: ‘Hij zag er gekweld en opgejaagd uit, overigens ook heel onaangenaam en slap. Ik was het liefst direct met een psychologische behandeling begonnen, me er sterk van bewust zijnde dat deze jongens beklagenswaardig zijn, zolang ze geen kwaad kunnen, maar levensgevaarlijk als ze op de mensheid losgelaten worden.’3 En wie laat dat gebeuren? ‘De aartsvijand is nog steeds de zwakgeestige idealist die weigert om de feiten te zien.’4 (Zie: Wallages)

1 Chamfort.
2 Seneca, De Vita Beata (ca. 59 n.Chr.).
3 27 februari 1942 uit: Het verstoorde leven, Dagboek van Etty Hillesum (1981).
4 Max Eastman, Reflections on the Failure of Socialism (1955).