Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Wijsheid

betekenis & definitie

Aristoteles meende dat het hart het orgaan is waar mensen mee denken en de hersenen slechts dienen als een soort van koeling. De kans dat hij daarin gelijk heeft acht ik klein, maar zijn opvatting over wijsheid spreekt mij wel aan.

Die is volgens hem opgebouwd uit een theoretisch deel, sophia geheten en een praktisch deel dat hij phronèsis noemde. Sophia is de kennis van de realiteit, die logisch is opgebouwd en door iemand die deze kennis bezit aan anderen kan worden overgedragen. Dat is waar wetenschap naar streeft. Phronèsis is de praktische kennis van goed en kwaad die je moet leren op basis van ervaring. Kinderen kunnen heel goed zijn in wiskunde, zegt Aristoteles, maar we beschouwen een kind niet als iemand met phronèsis, de kennis om te oordelen over specifieke situaties.Socrates zei dat de belangrijkste functie van wijsheid erin bestaat goed en kwaad te onderscheiden. Dat vermogen is gebaseerd op ervaringen die een jong mens niet heeft. ‘De jaren leren ons dingen waar de dagen geen weet van hebben.’1 Bijvoorbeeld:

Jij: Ik kan maar beter gaan.

Zij: Je hebt te veel gedronken om nog te rijden.

Wijsheid: Dan moet je gaan!

Ja, alleen de goden kennen de toekomst. Stervelingen zien slechts het heden. De wijze heeft echter wel een vermoeden van wat hem om de hoek te wachten staat.2

1 Ralph Waldo Emerson.
2 Philostratus.