Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Vreemdeling

betekenis & definitie

We houden niet van de hele mensheid. ‘Een Engelsman in Italië is een vriend, zoals een Europeaan dat is in China, en misschien zouden we de mens als zodanig liefhebben op de maan.’1 Hier op aarde is omgaan met vreemden van dezelfde soort voor alle dieren een uitdaging. ‘Our ways are always more or less endangered, we think, by the Stranger, for his habits or customs differ, we suspect, from ours.’1 Antropologen hebben uitgebreid beschreven hoe voorzichtig mensen in tal van culturen zich opstellen tegenover vreemdelingen. Omzichtig wordt vastgesteld of ze goede bedoelingen hebben of niet.

De van nature sceptische Romeinen gebruikten voor gast en voor vijand zelfs hetzelfde woord: hostis.De misschien wel meest beschaafde houding jegens vreemdelingen hanteren de Britten: ‘Be kind to a foreigner, the poor chap can’t help it.’ Dergelijke neerbuigende beleefdheid kan zich ontwikkelen op een eiland, waar vreemdelingen niet zo makkelijk binnendringen. Voor de rest van de mensheid geldt dat overbevolking en verstedelijking maken dat men steeds vaker met vreemden te maken krijgt. Voor al die mensen kun je geen vriendelijke gevoelens opbrengen. Integendeel. Agressie binnen een soort kan steevast worden versterkt door veel exemplaren dicht opeen te pakken. De stadsmens moet zich vele soortgenoten gevoelsmatig van het lijf houden. Niet bij een ander betrokken raken, is een van zijn voornaamste zorgen. Niet aankijken, is zijn motto. (Zie: Exoten)

1 David Hume, A Treatise of Human Nature (1739/1740).
2 Elsie Clews Parsons, Fear and Conventionality (1914).