Filosofisch woordenboek

Paul Frentrop (2001)

Gepubliceerd op 21-09-2020

Minachting

betekenis & definitie

‘Wie de zo veranderlijke aard van de menigte ook maar enigszins bij ondervinding kennen, gaan bijna aan haar wanhopen, omdat zij zich niet door de rede, maar alleen door haar hartstochten laat besturen.’1 Maar emoties zijn ook nuttig. Voor menigten mogen ze gevaarlijk zijn, voor individuen geldt: ‘De rede is de slaaf van de emoties en moet dat ook zijn.’2 Hartstochten, de bron van ons denken en handelen, vragen dan ook om bestudering.

Charles Darwin bijvoorbeeld was zeer geïnteresseerd in emoties.3 En hij niet alleen. De antropoloog Paul Ekman liet zien dat de gelaatsuitdrukkingen voor bepaalde emoties in alle culturen identiek zijn en dus genetisch bepaald lijken. Dat geldt in ieder geval voor woede, afkeer, vrees, blijdschap, droefheid en verrassing.Al zijn emoties goed herkenbaar, ze worden niet altijd getoond. Volgens de psycholoog William James zijn emoties niet bedoeld om te communiceren. Nico Frijda4 beschouwde emoties als behartigers van de belangen van een persoon en lobbyen doe je meestal heimelijk. De mens streeft er dan ook dikwijls naar om zijn emoties te verbergen. Dat is het tegenovergestelde van toneelspelen en ook lastiger. ‘Het is moeilijker gevoelens die men heeft te verbergen dan gevoelens die men niet heeft te veinzen.’5 Het verbergen van gevoelens is nog moeilijker dan het verbergen van meningen. Dat laatste lukt de meeste mensen wel. Maar niet iedereen: ‘Bij een zot kan men diens gedachten op het gezicht lezen en hij draagt het hart op de tong.’6 Beschaving vereist echter beheersing van gedachten én emoties.

Van alle gevoelens is minachting het moeilijkst te verbergen. Omdat minachting behoort tot de kern van ons wezen. ‘Wat is het dat je veracht? Daaraan zal men je waarlijk kennen.’7 Maar er zijn ook mensen die geen moeite doen om hun minachting te verbergen. Het gaat dan meestal niet om individuele minachting maar om groepsminachting. (Zie: Belediging, sub groepsbeledigen) Orthodoxe joden vinden dat hun kinderen niet met niet-joden mogen trouwen. Vrijwel alle islamieten in Nederland vinden dat hun dochter niet mag trouwen met een niet-islamitische Nederlander. Ook de burgemeester van Rotterdam heeft dat liever niet. (Zie: Hoofddoekje) Dat is een opmerkelijk standpunt omdat historisch gezien nieuwe groepen juist integreren via het huwelijk. De veel geroemde Nederlandse Gouden Eeuw begon bijvoorbeeld nadat de Spanjaarden in 1585 Antwerpen hadden ingenomen, en als bewust beleid protestanten de ruimte gaven om te emigreren, om zo weer rust te brengen na de godsdiensttwisten. De gereformeerde en lutherse Vlaamse en Brabantse kooplieden die naar het Noorden vluchtten, maakten Amsterdam de nieuwe handelsmetropool, al mochten die rijke kooplieden uit Antwerpen in Amsterdam wel zakendoen, maar kregen ze daar niets te zeggen. Ze werden niet opgenomen in de vroedschap die burgemeesters benoemde. De zittende regentenfamilies hielden de boel potdicht.8 Maatschappelijke integratie vergde generaties en begon ermee dat dochters van rijke zuidelijke families huwden met zonen van rijke Amsterdamse families. Via huwelijken kunnen groepen zich vreedzaam mengen. Zo verwerven nieuwkomers zich in enkele generaties een positie binnen de heersende elite. (Zie: Nationalisme) Moslims achten het in Nederland in de eenentwintigste eeuw echter niet nodig om dit sociale mechanisme te gebruiken. (Zie: Fundamentalisme)

1 Baruch de Spinoza.
2 David Hume: ‘Reason is and ought to be the slave of the passions.’
3 Charles Darwin, The Expression of the Emotions in Man and Animals (1872) was een van de eerste boeken met foto-illustraties.
4 Nico Frijda, The Emotions (1986).
5 La Rochefoucauld.
6 Erasmus, Lof der zotheid (1511).
7 Frank Herbert, Dune (1965).
8 Oscar Gelderblom, ‘De deelname van Zuid-Nederlandse kooplieden aan het openbare leven van Amsterdam (15781650)’, in: Clé Lesger en Leo Noordegraaf, red., Ondernemers & bestuurders. Economie en politiek in de Noordelijke Nederlanden in de late Middeleeuwen en vroegmoderne tijd (1999).