Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Pompadoer

betekenis & definitie

bont bedrukte of geweven stof

Zo dom als hertogin Fontange (z.a.) was, de maîtresse van Lodewijk

XIV, zo geslepen was de beeldschone markiezin de Pompadour, de geliefde van Lodewijk XV.

Jeanne Antoinette Poisson, de latere markiezin de Pompadour, werd op 29 december 1721 in Parijs geboren. Ze was een buitenechtelijk kind van een rijke belastingpachter en kreeg van hem, nadat haar armlastige stiefvader wegens zwendel het land had moeten ontvluchten, een uitstekende opvoeding. Ze leerde acteren, schilderen en musiceren. Ze bleek zeer intelligent en bovendien beeldschoon: ze had kastanjebruin haar, levendige ogen, een lichte huidskleur en een perfect figuur.

In maart 1741 werd ze uitgehuwelijkt aan Le Normant d'Etioles, een neef van de belastingpachter. Bij hem kreeg ze twee kinderen.

Er bestaat onenigheid over de vraag hoe ze koning Lodewijk XV voor het eerst ontmoette. Het buitenverblijf van d'Etioles grensde aan een woud waar de koning dikwijls jaagde en volgens een naslagwerk wist zij hem daar onder allerlei voorwendsels zo vaak tegen het lijf te lopen dat de koning verliefd op haar werd. Volgens een andere bron leerde de koning haar simpelweg kennen op een gemaskerd bal in Versailles.

Hoe het ook zij, dankzij haar 'berekenende doortraptheid' wist Jeanne het contact om te zetten in een vaste verhouding. Zij scheidde van haar man, die uit Parijs werd 'verwijderd', trok bij de koning in en werd in september 1745 zijn officiële maîtresse. Datzelfde jaar kreeg zij de titel markiezin de Pompadour.

De Pompadour had een bijzondere gave: Lodewijk XV verveelde zich doorlopend maar zij wist hem altijd te vermaken. Zij deelde zijn manie voor tuinarchitectuur, introduceerde het amateurtoneel aan het hof en verzon steeds nieuwe 'amusementen'. Toen na zes jaar van hartstocht het lichamelijke vermaak ten einde liep, 'voerde zij den koning andere minnaressen toe en stelde zich schadeloos door den beslissenden invloed, dien zij zich op regeringszaken aanmatigde.'

Dat de Pompadour zo veel invloed had dat zij 'de onbepaalde heerscheres' van Frankrijk was, zoals vroeger werd gedacht, is niet juist. Maar zij had een flinke vinger in de pap en benoemde links en rechts ministers en generaals. Haar speelzucht was berucht en zij verkwistte enorme bedragen. Anderzijds begunstigde zij geleerden en kunstenaars, en Voltaire [1694-1778] - naar wie in de 19de eeuw een fauteuil werd genoemd - dankte een belangrijke post aan zijn vriendschap met haar.

Geheel onbetwist is de invloed die madame de Pompadour had op de mode. Alles wat zij droeg werd gekopieerd en kreeg het etiket ˆ la Pompadour opgeplakt: jurken, stoffen, kapsels enzovoorts. Wat stoffen betreft had de markiezin een sterke voorkeur voor bloemmotieven. In de 19de eeuw betekende pompadour in het Nederlands dan ook: 'stoffen met een bepaalde soort van bloemenpatroon bedrukt, vaak voor vrouwenkleeding'. Inmiddels schrijft men pompadoer en betekent het 'bont bedrukte of bont geweven stof voor decoratie en bekleding'.

Pompadourwinkel voor 'hoerhuis' is uit de woordenboeken verdwenen, maar kunsthistorici spreken nog van de style pompadour voor een zekere gemaniëreerde versiering.

Madame de Pompadour bleef 'den afgeleefden koning' tot aan haar dood vermaken. Na een slepende ziekte stierf zij te Versailles op 15 april 1764, 42 jaar oud.

Andere stoffen die naar een persoon zijn genoemd: batist, zeer fijn en zacht doek, naar de 13de-eeuwse wever Jean Baptiste uit Kamerijk; bembergzijde, bepaalde kunstzijde, in 1901 in produktie genomen door de Duitser P.J. Bemberg; Bérandine, een op wol gelijkende vezelstof die bereid werd uit turf en gebruikt als vloerstof, uitgevonden door een zekere Bérand uit Maastricht; bolivar, fijn en soms gekeperd flanel, naar de Zuidamerikaanse vrijheidsstrijder Sim—n Bolèvar [1783-1830]; georgette, een dunne zijden stof voor dameskleren, naar de 19de-eeuwse Parijse kledingmaakster Madame Georgette de La Plant; jumelkatoen, Egyptische katoen, een uitvinding van de Franse ingenieur Louis-Alexis Jumel [1785-1823]; messaline, een zachte, lichte zijden stof met hoge glans, in de 19de eeuw genoemd naar Messalina [24-48], de decadente vrouw van keizer Claudius; en zanella of sanella, een zwarte voeringstof, naar de 19de-eeuwse Italiaan Antonio Zanelli, schrijver van een standaardwerk over stoffen. Merceriseren, stoffen glanzend maken zodat ze een zijdeachtig voorkomen krijgen, is een uitvinding van de Engelse drukker John Mercer [1791-1866], en sanforiseren, textiel krimpvrij maken, van Sanford Lockwood Cluett [1874-1968], directeur van een Amerikaanse hemdenfabriek.