Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Oginoïsme

betekenis & definitie

periodieke onthouding

'Tot voor kort gold het als bewezen', schreef een Nederlandse arts in 1952, 'dat de vrouw gedurende de gehele periode tussen twee menstruaties kon worden bevrucht. Men meende wel dat de kans op bevruchting niet op alle dagen even groot was, doch van een uitgesproken onvruchtbaar tijdperk, zoals dat bij vele huisdieren voorkomt, zou in het geslachtsleven van de vrouw geen sprake zijn.'

Tegenover dit misverstand staat een huiveringwekkende lijst van middelen die in de loop der tijden zijn beproefd om bevruchting te voorkomen. Casanova (z.a.) gebruikte een klein gouden balletje, dat in een alkalische oplossing moest worden gedompeld en vervolgens 'diep in de tempel der liefde' ingebracht. Anderen probeerden het met geïmpregneerde sponzen, stenen, wol, aangestampte vijgen, dierenstront of door het consumeren van menstruatiebloed, nieren, baarmoeder, testikels van een muildier, kalfsmaag, hertehart of bijen!

Het was dus een hele vooruitgang toen de Japanse arts Kyusaku Ogino in 1924 goede bewijzen had voor de theorie dat de vrouw uitsluitend vruchtbaar is rondom de eisprong.

Ogino werd in 1882 in Aichi geboren en studeerde in 1909 af aan de universiteit van Tokio. Hij werkte in het Takeyame ziekenhuis in de Japanse hoofdstad en baseerde zijn theorie volgens een naslagwerk op 'directe observaties tijdens operaties bij vrouwen'.

Ogino was de eerste die over het verband tussen eisprong en vruchtbaarheid publiceerde. Volgens hem vond twaalf tot zestien dagen voor de volgende menstruatie de ovulatie plaats. Door zorgvuldig rekenen en 'periodieke onthouding' - toen een nieuw begrip - kon zwangerschap worden voorkomen.

Ogino's bevindingen werden in 1930 in Duitsland gepubliceerd en verdeelden de wetenschappelijke wereld in twee kampen: zij die meenden dat een nauwgezette naleving van het oginoïsme een ongewenste zwangerschap voor honderd procent uitsloot, en zij die zelfs maar de theoretische mogelijkheid van een periodieke onvruchtbaarheid van de vrouw afwezen.

De laatsten kregen al snel ongelijk. De Oostenrijkse arts Herman Knaus kwam in 1932 onafhankelijk van Ogino tot ongeveer dezelfde conclusies en in 1934 brachten zij gezamenlijk de methode Ogino-Knaus op de markt. Deze werd in Nederland verbeterd en gepropageerd door de rooms-katholieke arts J. Smulders. Smulders moet een klein fortuin hebben verdiend aan zijn bestseller Periodieke onthouding in het huwelijk.

Voor Kyusaku Ogino kwam de wetenschappelijke erkenning van zijn theorie op een slecht tijdstip. In 1936, het jaar dat hij werd benoemd tot directeur van het Takeyame ziekenhuis, werd de Japanse bevolking met leuzen als 'Laat het volk zwellen!' juist aangezet tot maximale reproduktie. Een jaar later kwam er zelfs een verbod op iedere vorm van geboortenbeperking.

Toch maakte Ogino de bloei van zijn onthoudingssysteem nog mee. Toen hij in 1975 stierf, gebruikte ruim 23 procent van de Japanners zijn methode van 'bevruchtingsbehoeding'. De anderen gebruikten het condoom (z.a.); de 'pil' was en is in Japan nog altijd omstreden.

Het oginoïsme is de enige vorm van geboortenbeperking die door de rooms-katholieke kerk wordt goedgekeurd. Wetenschappelijk is de methode sinds de jaren zestig achterhaald.