Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Nimrod

betekenis & definitie

groot liefhebber van de jacht

Tegenstanders van het jagen zullen er wellicht niet blij mee zijn, maar de eerste heerser op aarde na de zondvloed was een formidabel jager. Hij jaagde zo goed, dat het zelfs God opviel.

Nimrod (Hebr. voor 'weerspannige'), was volgens het bijbels verhaal de kleinzoon van Cham. 'Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heeren', aldus Genesis 10:9. 'Daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des Heeren.' Nimrods naam werd al in oudtestamentische tijden spreekwoordelijk gebruikt.

De steden die volgens de bijbel tot Nimrods rijk behoorden liggen allemaal in het geografische of politieke gebied van Babylon. In Mesopotamië komen meerdere plaatsen voor waarin zijn naam in verschillende vormen bewaard is gebleven, zoals Birs-Nimrud en Tell-Nimrud - een bewijs voor zijn wijdverbreide roem.

'Zij, die in vervolg van tijd zijn voetspoor drukten en zich bij jagttooneelen door heldenfeiten beroemd maakten', aldus het Bijbelsch Woordenboek in 1855, 'hoorden zich vaak met hem vergelijken.'

Sommigen zien in Nimrod de Babylonische god Ninurtha, de god van de jacht en van de oorlog. In vroeger tijden werd Nimrod ook gebruikt als aanduiding voor een geweldig vorst. Zo noemde Vondel Attila 'Nimroths grooten neef'. Als Nederlandse voornaam wordt Nimrod volgens Van der Schaar (1984) gebruikt in Smallingerland. Het woord komt ook voor in het Frans, Duits en Engels.