Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Kortvoer

betekenis & definitie

De eigenlijke betekenis van kortvoer is 'gesneden of ander fijn veevoeder, zoals haksel, haver, erwten en bonen'. Maar vanaf de 17de eeuw werd het tevens schertsend gebruikt voor 'brandewijn of jenever'. Zo schreef de Leidse jurist Aernout van Over beke in 1669 in zijn Geestige en vermaeckelijcke reys-beschryving naar Oost-Indien: Hy straft zijn selven alle avonden, met eenighe mutsjes kort voer, dat hem van een van sijn getrouwe onder de rock wert gebraght.

En de Amsterdamse toneelschrijver Abraham Alewijn rijmde in 1719 in De Puiterveense Helleveeg: Wy zullen eens gaan klossen, Een klokje kortvoer zal wel smaken op dat rossen. Kortvoer heeft eeuwenlang dienstgedaan als borrel naam. Halverwege deze eeuw werd het nog opgetekend in Groningen, als kórtvouer.