gek, dwaas
In 1941 voor het eerst aangetroffen, in een roman die speelt in Scheveningen.
• ‘Bè je bekotebikkerd, centjes ofloeze. Op de selderement motte juilie ebbe.’ ¶ Arend Tael, Martijntje (1941), p. 222. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.