Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

bekatteren

betekenis & definitie

beschuldigen

In 1922 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst, maar zonder twijfel ouder, want bekattering, een afleiding van bekatteren, dateert al van 1906. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Via het Jiddisch afgeleid van het Hebreeuwse mekatreg (‘aanklager’). Uit bekatteren is later de uitdrukking iemand een kat geven en iemand afkatten ontstaan.

• Nou me liefe Laura, ik bin nie half belans en as se mit mijn wat wille affetuure dan motte se me nie bekattere of ik sla se ’t pirkement van d’r trommel. ¶ Is. Querido, Manus Peet (1922), p. 61. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Zij was wel verrajen door die jaloersche, snoode gooser, maar om d’r versmade liefde zou zij d’r eigen wreken en sijn bekatteren! ¶ Is. Querido, Mooie Karel (1925), p. 79. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.