Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

vierde wereld

betekenis & definitie

Extreme armen; mensen die in de marge leven, in vaak schrijnende omstandigheden. In 1957 werd door de Franse aalmoezenier, père Joseph Wresinski, in een barakkenkamp met armoedige gezinnen bij Noisy-le-Grand een internationale beweging opgericht: ATD-Vierde Wereld (ATD: Aide a toute détresse). Hij verving de gaarkeuken door een jeugdbibliotheek en een gemeenschapshuis voor de erg arme en uitgesloten gezinnen. Zij beschouwden de aalmoezenier als hun woordvoerder en vertegenwoordiger. Vierde wereld slaat ook op de erg arme landen die volledig afhangen van de eerste en tweede wereld (zie hiervoor derde* wereld).

Het is ook een verzamelterm voor zeer uiteenlopende bevolkingsgroepen, zoals indianen in de regenwouden, de inuit en saami in de poolstreken en de aboriginals in Australië. Termen zoals ‘derde* en vierde wereld’ moeten wellicht ons schuldcomplex camoufleren. Dergelijke woorden klinken immers afstandelijker.

Door de vrij grote leegstand van woningen, door de goede sociale voorzieningen maar vooral door de misleiding van de faciliteiten (die ten onrechte de indruk geven dat de stad een ‘petit Bruxelles is’), komen talrijke migranten naar Ronse. Ze vormen er samen met andere kansarmen een ‘vierde wereld’.

De Standaard, 11-09-97

Het centrum vangt mensen uit de vierde wereld op, onder meer ook jongeren.

De Morgen, 09-04-99

De vierde wereld begint om de hoek en niemand ziet het.

Elsevier, 13-04-2000

< >