Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

snoepreisje

betekenis & definitie

Een plezierreisje gecamoufleerd als zakenreis: niet echt nodig maar op kosten van de overheid of de zaak. In Amerika spreekt men over een ‘junket’. In de tijd van Bredero had een snoepreisje een heel andere betekenis, namelijk buitenechtelijk minnespel. ‘Een snoepreisje doen’ was toen een synoniem voor ‘een slippertje* maken.’

Platenbonzen bieden snoepreisjes aan, sluiten met een zak geld als onderpand een bondgenootschap met de plaatjesdraaier.

Trouw, 16-10-99

Hoe groter de ondernemingen, hoe meer er op het spel staat, en dus hoe groter het risico dat twee partijen in het gedempte licht van de vrije markt der ‘snoepreisjes’ met elkaar een kansje wagen. Blijft het geheim, dan komt het tot de deal; lekt het uit dan wordt het een schandaal wat nog niet wil zeggen dat er een proces op volgt.

NRC Handelsblad, 02-02-2000

Ter Steege, die zelf artsenbezoeker is geweest voor pillenfabrikant Organon, vermoedt dat dit geld besteed wordt aan snoepreisjes, dure cadeaus en contante betalingen aan artsen en specialisten. de Volkskrant, 01-04-2000