Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

slapengaan

betekenis & definitie

Doodgaan; sterven. Volgens het christelijk geloof in afwachting van de wederkomst van Christus. Het is wellicht de meest gebruikelijke manier om de zekerheid van de dood te ontkennen. Woorden zoals ‘slapen’ en ‘rusten* ’ worden geassocieerd met kalmte en sereniteit, met bevrijding van de dagelijkse sleur en pijn. De eeuwige* slaap is een dichterlijke metafoor voor de dood.

Het basisidee is minstens een paar duizend jaar oud. Callimachus, de Alexandrijnse bibliothecaris en dichter (ca. 310-240 voor Christus) drukte het zo uit in een van zijn epigrammen: ‘Hier slaapt Saon, van Acanthus, zoon van Dicon, een heilige slaap, zeg niet dat de goeden sterven.’ De Amerikaanse dominee Jim Jones hield zijn volgelingen in 1978, aan de vooravond van hun zelfmoord in Jonestown, voor dat zij een rustige ‘slaap’ tegemoet zouden gaan. Zijn laatste aanmoediging werd op band teruggevonden: ‘Adults, adults.... I call on you to quit exciting your children when all they’re doing is going to a quiet rest. Quit telling them they’re dying. All they’re doing is taking a drink they take to go to sleep. That’s what death is: sleep.’

Ik zou zijn graf wel eens willen zien; ik verlang naast hem te slapen in den vreemden grond. Nicolaas Beets: Camera Obscura. 1839

Als je tachtig bent, denk je gewoon: jongens, het is mooi geweest, vader gaat slapen. Zo stel ik me ook de ideale dood voor.

Humo, 23-11-99

Een collega op het laboratorium vertelde altijd dat hij, als hij niet kon slapen, alle hoeren in de Geleenstraat telde die hij had gehad. ‘Meestal ben ik halverwege de straat al weer in slaap,’ zei hij. Hij slaapt inmiddels voor eeuwig, dus hij hoeft geen hoeren meer te tellen...

Maarten ’t Hart: De gevaren van joggen. 1999