wisselende* of losse* (seksuele) contacten hebben; promiscue zijn.
Eenkennig zijn betekent (sedert het begin van de zeventiende eeuw) letterlijk: slechts één persoon genegen zijn. Deze grappig bedoelde uitdrukking wordt o.a. vermeld in de ‘Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit’ (uit 1977) naast het wat plattere synoniem ‘gastvrij in de broek’.
Toen hij stierf, rouwden er in Parijs minstens drie vrouwen om hem, maar gelukkig waren ze niet eenkennig: twee van hen werden na zijn dood zelfs vriendinnen.
NRC Handelsblad, 25-02-98