Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

maand(en)

betekenis & definitie

In de uitdrukking ‘ze heeft haar maand(en)’: menstruatie; maandstonden; in het Latijn: menses. Reeds opgetekend in een medisch handboek uit de achttiende eeuw (‘Ontleed-kundige Beschryving, van de Vrouwelijke Deelen, die ter voort-teeling dienen’ van J. Palfijn. 1724): ‘Datter somtyds jonge Meisjens zyn dewelke dat zwaar werden, hoewel datse hare Maanden nog niet hebben gehad.’ In Vlaanderen nog steeds gebruikt in de zin van maandstonden, menstruatie. Zie ook regels*.