Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

droes

betekenis & definitie

In de uitroep ‘de droes’ is droes een eufemisme voor duivel. De benaming komt reeds voor bij o.a. Bredero en Potgieter. Een variant is droesem. Onze voorouders geloofden echt dat als je over de duivel sprak hij ook verscheen. Niet voor niets zegt het spreekwoord ‘als men van den duivel spreekt, trapt men op zijn staart’.

Met een zekere naïviteit werd tegelijk verondersteld dat je Satan kon belazeren met allerlei dubbelzinnige benamingen. Bijnamen zoals drommel*, koekoek* enzovoort deden dan ook de ronde. Ze zijn niet allemaal eufemistisch, andere zijn dysfemistisch. Duivel of liever duvel (waarbij de beklemtoonde klinker wordt veranderd) zelf is eigenlijk ook een eufemisme want de gebruiker van dat woord vermeed hierdoor de naam Satan uit te spreken.

‘Zijne deftigheid beweerde ten minste, dat er nog nooit bij hem gestolen was,’ antwoordde Brammetje lagchende: ‘maar de droes hale dien hospes!’ voegde hij er spijtig bij.

E.J. Potgieter: Lief en Leed in 't Gooi. Ongedateerd