inzinking: hun huwelijk zit in een dipje; maar ook: economische recessie of tegenvallende verkoopcijfers. Het verkleinwoord moet de zaak bagatelliseren.
Een film om met vriend of man heen te gaan als je relatie in een dipje zit.
Viva, 21-02-94
De dip van het najaar kwam de automatiseerder maar matig te boven.
Elsevier, 19-06-99
Volgens Sakaiya is er geen noodzaak tot bijstelling van de regeringsdoelstelling van 0,6 procent groei voor het huidige boekjaar dat eind maart afloopt. Hij verwacht dat de dip tijdelijk is en dat het lopende kwartaal weer enig herstel zal tonen.
NRC Handelsblad, 07-02-2000
Ook Halfords is vrij gevoelig voor weersinvloeden: de afgelopen wintermaanden waren zeer zacht, hetgeen leidde tot een lagere omzet van bijvoorbeeld accu’s. ‘Bij een strenge winter vriezen die dingen gewoon lekker kapot en verkopen we er veel van. Nu niet’, aldus Beijer, die dan ook blijft hopen op een vroeg invallende winter eind dit jaar. ‘Dan maken we die dip op onze sloffen weer goed.’
De Telegraaf, 04-03-2000