Van een mannelijk slachtoffer zowel de boven- als de onderbroek afstropen. Dergelijke plagerijen waren sedert het einde van de negentiende eeuw erg courant onder de wat oudere schooljeugd, maar ook onder havenarbeiders en in de treinen van en naar de Zaanstreek (in praktijk gebracht door het vrouwelijk fabriekspersoneel). Endt (1974) verklaart deze uitdrukking als een verwijzing naar het hoogstaand mannelijk lid (dat ontbloot wordt).
‘Douw ’m ’n veer in z’n broek... late we n’m burgemeestere,’ zeg Jan, ‘as je n’m burgemeestert, dan krijg je van mij ’n dubbeltje.’
Jacob Israël de Haan: Pijpelijntjes. 1904
Ik weet nog dat ik op een avond op weg was naar de kunstenaarssoos. ‘We zulle je ’s burgemeester maken, kunstluis,’ werd er achter me geroepen.
Johnny van Doorn: De lieve vrede. 1990
Ken je de uitdrukking iemand burgemeester maken? Dat betekent iemand zijn broek van zijn reet trekken.
Elsevier, 01-04-2000
