Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie T
- toe-maet-hoy
- Toe-naem
- toe-naemen
- Toe-naeyen
- Toe-nemen
- toe-neminghe
- Toe-nestelen
- Toe-neyghen
- toe-neyghinge
- Toe-pad
- Toe-pand
- Toe-pranghen
- Toe-raeden
- Toe-rechten
- Toe-reden
- Toe-rekenen
- Toe-roepen
- Toe-rusten
- Toe-schick
- toe-schicken
- Toe-schrijuen
- Toe-segghen
- toe-segginghe
- Toe-seghelen
- Toe-sicht
- toe-sicht hebben
- toe-sien
- toe-siender
- Toe-slaen
- toe-slaen den koop
- toe-slaen het ver-bond
- toe-slagh
- toe-sluyten
- Toe-spijse
- toe-spreken
- Toe-staen
- toe-stand
- toe-standigh
- Toe-steken
- Toe-stellen
- Toe-stemmen
- Toe-stoken
- toe-stokinghe
- Toe-stoppen
- Toe-stricken
- Toe-stueren
- toe-trecken, sluyten
- Toe-val
- toe-vallen
- Toe-ver-laet
- Toe-vlieden
- Toe-vlieghen
- Toe-vlucht
- Toe-voeghen
- Toe-voeren
- Toe-waere. j. toe-worp
- Toe-was
- toe-wassen
- Toe-wencken
- Toe-werp, toe-worp
- toe-werp. j. toe-maete
- toe-werpen. j. toe-worpen
- Toe-wijsen
- toe-wijsen met recht
- Toe-winden
- toe. j. ghe-sloten
- Toef doen
- Toel
- Toelen. j. tuylen
- Toen-haye
- Toer
- Toerette. j. terrette
- Toereyne
- Toerhout
- Toerin. j. Turin
- Toerins
- Toernhout
- toernoyen. j. tornoyen
- Toers
- toert-ouenken, toert-panne
- Toerte. j. pannen-koeck
- toets steen. j. goud-steen
- Toetsen
- toeuelick, toef-saem
- Toeuen
- toeuen, ont-haelen
- Tof-steen, tuf-steen
- Toffel
- Toghe, teughe, togh
- toghe, teughe. j. dronck
- toghel. j. teughel
- toghen
- toghen. j. boech-seerden
- togher, togher-garen
- toght. j. tocht
- Token
- Tol
- tol-bancke
- tol-huys
- tol-meester