Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie H
- hoofd-redenaer
- hoofd-rinck, hooft-wronghel
- hoofd-saecke
- hoofd-schappen
- hoofd-schat
- hoofd-schellekens
- hoofd-schepenen
- hoofd-schotel. j. beckeneel
- hoofd-slop
- hoofd-somme. j. hoofd-penninghen
- hoofd-sonde
- hoofd-spansel
- hoofd-stoel
- hoofd-stuck
- hoofd-sweer
- hoofd-sweer van drincken
- hoofd-sweerigh
- hoofd-swindel
- hoofd-tand
- Hoofd-top
- hoofd-touwe
- hoofd-vloed
- hoofd-vloedigh
- hoofd-vonnisse
- hoofd-vrouwe
- hoofd-wee. j. hoofd-pijne
- hoofd-wisch
- hoofd, enghde der zee
- hoofd, ghemaeckte hauen, kaeye
- hoofd, oft hoofdeken der mannelickheyd
- hoofd, ouer-hoofd
- hoofd, veur-bergh
- hoofdelinck af-worpen
- hoofden
- hoofden der wt-kijckende balcken
- hoofden. j. hoofd-stucken
- hooft aen den water-stroom
- Hooftrick
- hoogh achten
- hoogh beroemt
- hoogh borstigh
- hoogh dagh
- hoogh ende swaer
- hoogh ghe-acht man
- hoogh in den dagh slaepen
- hoogh in den nacht drincken
- hoogh lippigh. j. hooghmuyl
- hoogh nacht
- hoogh-boord
- hoogh-bootsman
- hoogh-daedigh
- hoogh-dringhenden noot
- Hoogh-duytsch-land
- hoogh-ghe-boren
- hoogh-ghe-leerd
- hoogh-hertigh. j. hoogh-borstigh
- hoogh-konter
- hoogh-misse
- hoogh-moed, hoo-moed, hooghmoedigheyd
- hoogh-moedigh, hoo-moedigh
- hoogh-moedighlick
- hoogh-mondigh. j. hoogh-muyl
- hoogh-muyl
- hoogh-noodigh
- hoogh-ruggigh
- hoogh-sael
- Hoogh-straete
- hoogh-tijd. j. heugh-tijdt
- hoogh-vaerdigh zijn
- hoogh-vaerdigh, hoo-vaerdigh
- hoogh-vaerdighlick
- hoogh-vaerdije, hoo-vaerdije
- hoogh-waerdigh
- hoogh-waerdigheyd
- hoogh-wichtigh
- hooghde
- hooghe schole
- hooghe straete. j. heeren straete
- hooghe verwe, volle verwe, satte verwe
- hooghelick
- Hooghen dagh
- hooghen eed
- hooghen koor
- hooghen vloed
- hooghen wegh
- Hooghen-waerdt
- hooghen. j. ver-hooghen
- hoogheyd
- hooghsel. j. ver-hooghsel
- hooghste
- Hoon
- hoon-spraecke
- hoon-spreken
- hoonen
- Hoop
- hoop beesten, hoop veeghs
- hoop houts
- hoop krieghs-lieden
- hoop oft swerm bien
- hoop peerden