Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie G
- gods-loon
- Gods-penninck
- gods-spreuck
- Godse. j. af god
- godsen dienaer
- godsen-huys
- Godtsbrecht
- Godtshold
- Godwin
- Goed
- goed doen
- goed doen de schaede
- goed doen met ghetuyghen
- goed doen, deught doen, dienst doen
- goed rond goed zeeus
- goed-aerdigh
- goed-daed. j. wel-daed
- goed-daedigh
- goed-daedigheyd
- goed-dunckel
- goed-duncken
- goed-dunckenheyd, goed-dunckinge
- goed-gierigh
- goed-gunstigh
- goed-hertigh
- goed-hertigheyd
- goed-loos
- goed-rond
- goed-rond wt segghen
- goed-vader. j. god-vader
- goed-willigh
- goed-willigheyd
- goed-willighlick
- goede
- goede mannen
- goede weke
- goede, goede moeder. j. god-moeder
- Goedel
- Goedele, Guedele
- goedelick
- goedelicken
- goedelickheyd
- goeden tijd
- goeden vrijd-dagh
- goeden, eruen
- goedenisse doen
- goedenisse, erffenisse
- goeder-hande. j. goedertier. goedertier, goedertieren
- goedertierenheyd
- goedertierlick
- goedigh. j. goedelick
- goedinghe
- goedinghe. j. goedenisse
- goeds moeds
- goeds tijdts
- Goedsie, goedse
- Goem. j. goom
- Goemar, Gomer
- Goens-dags, woens-dagh
- Goerede
- Goerick
- Goes, goese
- Goesken
- Goete
- goete, goet euel
- Goeyland
- Gogh
- Gokelen
- Golette
- Golpe
- golpen
- golue
- goluighe zee
- gom-achtigh
- goman, gomman
- Gome
- Gomen
- Gomme
- gommen
- Gompe
- Gone
- Gonnen. j. gunnen
- Gonsen
- gonsinghe
- Gonste. j. gunste
- Gonwald
- Goo-graeue, go-graef
- Goom
- goom nemen. j. goomen. goomen
- goomer, goommaer
- Goor
- goor riecken
- Goose. j. goes
- Gorckhom
- gord-riem. j. gordel
- Gorde
- gorde, ribbe van t’schip
- gordel
- gordel-hanghsel
- gordel-maecker