Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie B
- Brood-taillioore. j. aelmisse
- Brood-winner
- Brood. j. koeck van metael
- Broodlinck
- Broosch, breusch
- Broosche plaetse
- Brooschelick
- Brootse
- Broscheyd
- Broseken, brosken
- Broselen, breuselen. j. brijselen
- Broseme
- Brosemen. j. brocken
- Brouck-burgh
- Brouw-huys
- Brouw-ketel
- Brouwe. j. brauwe
- Brouwen
- Brouwen iet quaeds
- Brouwen, brassen, menghen
- Brouwer
- Brouwerije
- Brouwers hauen
- Brouwieren
- Brouwssel
- Brucomar
- Brudse slaen. j. pan aersen
- Brueden. j. broeden
- Bruessel
- Brug-stock
- Brugghe
- Brugghesken
- Brugghesken van de luyte. j. luyten-brugghesken
- Brullen
- Brummelen, brummen
- Brumse, bremse
- Brumsen. j. biesen, bijsen
- Brunhyld, Braunhyld
- Brunoghilde
- Brunst
- Brunstigh
- Brunstigh zijn
- Bruntsen
- Brustigh. j. brunstigh
- Bruwe, bruwet, broeyt
- Bruwe. j. brue
- Bruyck-baer
- Bruyck, ghebruyck
- Bruycken, ghebruycken
- Bruyd
- Bruyd-gaue
- Bruyd-gom, bruydegom
- Bruyd-leyder
- Bruyd-leydster
- Bruyd-loft
- Bruyd-loft houden
- Bruyd-loft-lied
- Bruyd-loft-toght
- Bruyd-schat
- Bruyd-stuck
- Bruyn
- Bruyn brood
- Bruyn-heylige
- Bruyn-rood
- Bruyn-visch
- Bruynachtigh
- Bruynagie. j.boragie
- Bruyne
- Bruyneersel
- Bruynelle
- Bruynelle, bruynken
- Bruynéren
- Bruynet
- Bruynette
- Bruynetteken, bruynet-bloemken
- Bruynswijck
- Bruys
- Bruysen
- Bruystigh. j. brunstigh
- Buchelen. j. boechelen
- Bucht, bocht
- Buck
- Bucken
- Bucking. j. bocks-horinck
- Bude. j. Ouen
- Bueck-weyt. j. boeck-weyt
- Buecke-boom
- Buecke, bueck-not
- Bueghel. j. boghel
- Buelinck. j. bolinck
- Buene, boene
- Buer
- Buer-lieden
- Buer-man
- Buer-vrouwe
- Buer-wijf
- Buet-gheld
- Buet-penninck
- Buet, buyt
- Bueten, buyten
