Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

wild

betekenis & definitie

wild - in de verb. in ’t wild leven, wild lopen, ’n bandeloos, zedeloos leven leiden. Wast saecke dotter eenich meyskin int wilt leven, oft int heymelijcke ter schonden ghecommen was, die en t onde tot gheenen tyden ten houwelickeghecommen, v.

VAERNEWIJCK, 220 Hist. v. Belgis C v a [1566].Een Jongman, hebbende in zijn jeugt vry wat wildt geloopen, en met veel Vrysters en Vrouwvolck verkeert, J. SOET, Clement Marot 27 [1655].