Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

trut

betekenis & definitie

trut - (ook: trunte, truut), vrouwelijk geslachtsdeel; eig. ‘iets zachts, weeks’ (vgl. trot). Ook vermeld o.a. bij DE BO [1873]; CORN.-VERVL. [19O3] en BOLHUIS, Gabbert. [1937].

Er liggen een jongen en een meisje 196 op het land. En die jongen likt het meisje haar trut, WOLKERS, Oegstg. 194 [1965].Hierbij: truttentroep, enige vrouwen of meisjes bij elkaar.